Bert Hellinger (1925 – 2019) was een van de meest succesvolle, gezichtsbepalende én controversiële persoonlijkheden in de ontwikkeling van het systemisch werk. Hij heeft een omvangrijk oeuvre nagelaten, Het Noorderlicht heeft in de loop der jaren een aantal van zijn boeken vertaald naar het Nederlands. Als laatste zijn prachtige biografie ‘Mijn leven mijn werk’.

Hellinger heeft zijn leven lang zijn kennis getest, afstand gedaan van wat niet paste, gehouden wat werkte en: anderen aangemoedigd hetzelfde te doen. Hij heeft ons twee erfenissen nagelaten: de eerste en meest bekende erfenis, is de erfenis van de methode van opstellingen. Opstellingen zijn een uitbeelding van een systeem. De tweede erfenis van Bert Hellinger is die van systemische principes. Dat is de theorie, of zoals hij het zelf noemde: de wetenschap, van de menselijke betrekkingen. De wetenschap van hoe sociale systemen werken. Wanneer ze bloeien, wanneer ze het moeilijk hebben, wanneer ze verstrikt zijn, wanneer ze kunnen helen, vrij kunnen worden. Hellinger zelf was zijn begrip van deze principes nog tot aan zijn dood volop aan het ontwikkelen.

In zijn boeken geeft Hellinger vanuit zijn fenomenologische benadering talloze inzichten, soms prikkelend en omstreden, op het gebied van partnerrelaties, ouders en kinderen, daders en slachtoffers, ziekte en gezondheid, hulpverlening, religie, oorlog en vrede, de werking van het geweten, bewegingen van de ziel en verzoening. Zijn boeken geven de lezer inzicht in de achtergronden, samenhangen en verbanden van het systemisch werk. Hij nodigt je uit verder te denken, te weerspreken en het gelezene in je eigen leven en professionele handelen te betrekken.